dinsdag 19 januari 2010

Filmbespreking: 9

Nee, niet Nine, de filmmusical met Daniel Day Lewis, maar 9. En nee, ook niet District 9, alhoewel die met zijn apocalyptische beelden al wel een beetje in de buurt komt. Deze film heet gewoon 9. Alle drie films uit 2009 trouwens. Zouden we dit jaar films met het getal 10 voorgeschoteld krijgen? Het is maar een vraag ...
Terug naar het onderwerp van dit bericht. De film 9. Dit moet wel een van de meest bizarre films zijn die ik ooit gezien heb. En so wie so de meest bizarre animatiefilm. Ja, nog bizarrer (is dat een goed woord?) dan Wall-E. Die was al behoorlijk bizar. Maar die komt in de buurt. Beide gaan over een wereld zonder mensen, en beiden stellen de vraag welke vorm het leven aanneemt als de mens verdwenen is.
Maar terwijl Wall-E een mogelijke voortzetting zou kunnen zijn van onze eigen toekomst, door de satirische lens van een tekenfilm heen, is 9 iets heel anders. Het is de toekomst van een parallelle geschiedenis, een waarin een uitvinder rond de tijd van de tweede wereldoorlog een kunstmatige intelligentie schiep, die vervolgens werd gebruikt voor minder vredelievende doeleinden. Nerds noemen dit ook wel 'dieselpunk', naar analogie van het net iets minder geeky, of net iets meer bekende 'steampunk'. Bij de laatste wordt uitgegaan van een hoogontwikkelde technologie gebaseerd op stoomkracht, de eerste stelt een futuristische technologie voor gebaseerd op benzine. De regisseur gebruikte ergens de term 'stitchpunk' en dat slaat op een ander element van het verhaal: de hoofdpersonen, poppen gemaakt van stof, tot leven gewekt door de technieken uit de alchemie (net als de kunstmatige intelligentie trouwens, die dus helemaal niet kunstmatig is, maar een kopie van een menselijke intelligentie). Een hele andere laag in het verhaal. Maar van deze alternatieve beschaving, gebaseerd op de technieken van de benzinemotor en de alchemie, is op het moment dat deze film zich afspeelt niets meer over. Helemaal niets. Zelfs geen gedevolueerde vetzakken in een ruimteschip ver weg. De Aarde is levenloos. Er zijn zelfs geen bacteriën meer. (Waardoor dit de enige animatiefilm is die ik ken waar onverteerde lijken in voorkomen. In wat we de meest verontrustende scene in een animatiefilm ooit is zelfs een moeder met haar kind ... ik heb nog even teruggespoeld om te controleren of het geen pop was). Deze levenloze wereld is opnieuw overgeleverd aan de ongerichte machten van het weer: wind, regen, kou, hitte, pure erosie. Als de elementen vrij spel krijgen, zal alles uiteindelijk afslijten tot een grijze of bruine zandvlakte.

Maar de mens heeft zich niet bij zijn lot neergelegd, en regeert als het ware over de dood heen. Een briljante wetenschapper (de schepper van het kunstmatige brein) heeft negen zakkenpoppen voorzien van delen van zijn geest. Hen heeft hij losgelaten in een in oorlog verwikkelde wereld. Hun missie: het voortbestaan van menselijkheid. Opnieuw niet de fysieke menselijkheid (met armen, benen en zo voorts), maar de geestelijke menselijkheid. Het menselijke karakter. De negen poppen vinden zich tegenover een andere overlevende van de grote wereldbrand: het intellect (ik zeg het hier expres op deze manier). En er volgt een strijd om de erfenis van de mensheid. Wie be-erft de aarde? De koude, berekenende machine, die bereid is dodelijke macht uit te oefenen om zijn voortbestaan zeker te stellen, die bereid is ander leven te vernietigen zolang hij zelf in controle blijft? Of de nederige, kleine poppen, die op zoek zijn naar schoonheid, die op zoek zijn naar waarheid, en die op zoek zijn naar echte relaties? Wezens die uiteindelijk bereid zijn hun eigen leven op te offeren voor de ander? Dum dum dum ....

Oke, het mag duidelijk zijn wie de eindoverwinning behaalt, maar de weg daarnaar toe is bezaaid met hindernissen, niet in het minst in de vorm van enkele creatief ontworpen, werkelijk enge monsters. Dit is geen film voor kleine kinderen! Het brein bouwt combinaties van skeletonderdelen (een in grote hoeveelheden aanwezige grondstof) en alles at hij ook maar kan vinden. Vooral de 'slang' is een geval van 'brrrr ...'. En in een wereld vol resten van oorlog ontspinnen zich werkelijk spannende actiescenes. Onder andere op een oud vliegtuig dat in een kathedraal is gevlogen. Mooi.
Helaas is de rest van het verhaal, ondanks het briljante uitgangspunt, niet het beste dat ooit verfilmd is. De karakters blijven niet erg uitgewerkt. Dat is misschien een van de punten van het verhaal, maar de zwakke dialogen (vooral kretologie) weerhouden je ervan een band te vormen met de hoofdpersonen. Ze ontstijgen niet het cliche. Het eind van het verhaal is ook warrig, en opeens lijkt er iets als een daadwerkelijk aanwezige en waarneembare 'geest' te bestaan. Ik kan deze film vooral aanbevelen voor de 'visuals'. Voor het verhaal houdt Wall-E toch mijn voorkeur.

Toch is er het een en ander in deze film om over na te denken. Natuurlijk het thema, dat aansluit bij een bericht dat ik eerder deze week plaatste, namelijk: hoe kun je doorgaan met leven in het zicht van de ultieme tragedie, het einde van de mensheid. Dit is een belangrijke vraag, nog belangrijker dan ik in mijn stukje suggereerde, want we worden allemaal geconfronteerd met het einde, namelijk het einde van ons leven. Dat staat honderd procent vast. Als we dat weten, waarvoor kiezen we dan?
Deze film lijkt, net als ik, te suggereren dat het waard is om ook in het zicht van het einde van de mensheid, vast te houden aan wat ons menselijk maakt. Namelijk: het kunnen waarnemen van schoonheid, het kennen van de waarheid, en intieme relaties. Deze dingen, de ziel van de mens zo je wilt, zijn zo belangrijk dat ze de apocalyps moeten overleven. Als deze er niet meer zijn, is het leven na de ondergang werkelijk zinloos. Dan kunnen er nog wel mensen zijn, maar als die hun menselijkheid hebben verloren in de strijd om te overleven, is er geen werkelijke betekenis meer. Als alleen de koude, berekenende macht van de machine er is, is er geen hoop. Wat ons menselijk maakt is niet het pure intellect, in dienst van de drang te overleven, want dat hebben dieren ook. Wat ons werkelijk mens maakt, is onze keuze ons op te offeren voor anderen, om lief te hebben met het woord en de daad, en te vechten voor het goede, het ware en het mooie.

De film bevat een vrij duidelijke aanval op de georganiseerde religie in de persoon van zakpop '1', die zelfs als een bisschop is aangekleed. Hij is reactionair, veroordeeld '9' omdat die vragen stelt en de status quo verwerpt, hij is gericht op veiligheid, en probeert anderen door angst (en manipulatie) onder controle te houden (vooral om zelf ook veilig te blijven). Wie mijn berichten heeft gelezen weet dat ik kritiek op georganiseerde religie niet verkeerd vind (omdat die namelijk vaak gekleurd wordt door precies die menselijke macht/angst/overlevingsdrift/controle die ons onvrij maakt). Maar het voelt in dit soort films vaak alsof gelovigen als zodanig bekritiseerd worden, waarschijnlijk omdat de vormen van de kerk worden gebruikt om 'religie' op te roepen. Maar het zijn niet de vormen die religieus zijn, maar de manier waarop ze gebruikt worden. Er is wel een mooi moment waarop het karakter '1' een keuze maakt die hem in een ander licht stelt.

De film eindigt met hoop. We zien een mannelijke pop, een vrouwelijke pop en twee kinderlijke poppen. Een soort kerngezin, een Adam en Eva van een nieuwe generatie. "Wat doen we nu?" vraagt er een. "De wereld is nu van ons", zegt de ander. We kunnen hem zelf gaan vormgeven. Veel echo's van de scheppingsopdracht in genesis 2 als je het mij vraagt (waar God eigenlijk tegen de mens zegt: de wereld is van jou. Zorg er goed voor!). En dus ook een vooruitwijzing naar het nieuwe begin van Gods koninkrijk, waarin God ons opnieuw een creatief volmacht zal geven, om als koningen over de schepping te heersen en haar glorie voor altijd te blijven vermeerderen!