dinsdag 27 april 2010

Filmbespreking: Clash of the Titans

Langzaam komen alle rubrieken op mijn blog weer een beetje op gang. We hebben de links al gehad, foto's en een overdenking. Nu alleen nog een filmbespreking. En het treft, afgelopen zondag ben ik naar een film geweest. Die kan ik dus mooi bespreken! Het betrof Clash of the Titans, in 3D nog wel. Laat ik eerst maar helder stellen dat dit geen Avatar is. Het 3D-effect is achteraf aan de film toegevoegd en dat is duidelijk zichtbaar. Landschappen en omgevingen zien er in 3D prachtig uit, maar bij personen werkt het soms eerder afleidend en actiescenes werden (anders dan in Avatar) onoverzichtelijk. Ik genoot van de film, maar keek ondertussen uit naar het moment dat ik hem op blu-ray in 2D kan kijken.
Maar goed, de film dus. Het stond al vast dat ik hem zou kijken zodra ik er voor het eerst over las. Griekse mythologie (met monsters als Medusa, een enorm zeemonsters, en reuzenschorpioenen) in een jasje van moderne computereffecten. Voor iemand die zich graag in de verbeelding laat verplaatsen naar andere realiteiten is dat natuurlijk een onweerstaanbaar vooruitzicht. En de film stelde niet teleur. De mythische Grieks aandoende omgeving is mooi weergegeven wat betreft ontwerpen en kostuums, zowel de menselijke stad Argos als de godenstad Olympus en het dodenrijk (ik waardeerde vooral het verblijf van Medusa, met chaotische tempelfragmenten, standbeelden en lava). De wezens zijn overtuigend, maar volgen niet een clichematige weergave (de veerman Charon was op een originele manier huiveringwekkend en de kraak had werkelijk iets van een elementaire oermacht. Mooie details waren het stuiptrekken van Medusa na een belangrijk plotpunt en alle gouden munten in de boot van Charon. Alleen het vliegende paard Pegasus vond ik minder overkomen als een werkelijk wezen. De hippogrief van Harry Potter leek echter). De film bevat geen hoogtepunten van de acteerkunst, maar de karakters waren sympathiek, Liam Neeson als Zeus was passend koninklijk en Hades was passend gluiperig. De actiescenes bevatten originele elementen en er was wat aardige 'mannen onder elkaar'-humor om de boel wat te verlevendigen. Alleen een verwijzing naar de eerdere film met deze naam (waarvan dit een bewerking was) onderbrak het verhaal iets te veel, en twee karakters waaraan een hele scene wordt gewijd omdat ze ergens aan mee willen doen, blijken geen rol van betekenis te spelen in de ontknoping van het verhaal (terwijl de belangrijke vertelregel luidt: als er in het begin van het verhaal een pistool op tafel ligt, moet er aan het eind een schot mee gelost worden). Deze kritiekpuntjes waren echter niet genoeg om mijn plezier te bederven. Deze film is een popcornfilm en pretendeert niet iets anders te zijn. Hij biedt geen serieus maatschappelijk commentaar, maar is ook geen parodie of persiflage. Het is vermaak, niets meer en niets minder. En dat is op zijn tijd best goed. En ondertussen bevat de film toch genoeg om over na te denken.

Het kan ook niet anders bij een verhaal over de goden. Mythologie raakt namelijk net als alle andere oorsprongsverhalen dicht aan wat het betekent mens te zijn. Onze verhalen over de schepping, over de goden en over de eerste menselijke helden, zijn verhalen over onze menselijke identiteit. Ze illustreren hoe een cultuur denkt over de betekenis van het individu en van menselijke relaties, en wat de diepste angsten en hoogste waarden zijn van een beschaving. Ze raken aan existentiële verlangens. En een van de oudste en bekendste mythologieën is die van de Grieken. Wat die (ook in een verbasterde en vermangelde vorm als een popcornfilm) zeggen over de mens en zijn relaties is echter niet bijster positief.
In dit verhaal zijn de mensen in opstand gekomen tegen de goden, die steeds maar weer offers eisen en gehoorzaamheid afdwingen, maar daarvoor niets in ruil teruggeven. Dat zint Zeus, Poseidon en Hades natuurlijk niet. De koningin van de stad Argos stelt dat haar dochter, de prinses Andromeda, mooier is dan de god Persephone. Maar haar overmoed wordt bestraft. Hades stelt de stad Argos voor een keuze: of de inwoners brengen de prinses ten offer, of het oeroude zeemonster de Kraak wordt op hen losgelaten. De enige die mogelijk een uitweg kan bieden is Perseus, een jonge man die als schipbreukeling de stad is binnengebracht. Het gerucht gaat de rondte dat hij een halfgod zou zijn, een zoon van de losbandige Zeus, maar zelf heeft hij een appeltje te schillen met Hades, die zijn aardse vader, een visser, heeft omgebracht. Vergezeld door een groep cynische soldaten en de mysterieuze (en knappe) godin Io gaat hij op weg naar de drie Stygische heksen. Zij zouden hem namelijk kunnen vertellen hoe hij de Kraak kan verslaan. Maar niemand heeft ooit zoiets ondernomen, en ondertussen loopt het ultimatum van Hades af ...

Als een film gaat over de relatie tussen goden en mensen, zegt hij daarmee ook iets over de relatie tussen mensen en God, of in elk geval God zoals de makers van de film hem zien. En in deze film is de relatie tussen de goden en de mensen behoorlijk disfunctioneel. Zeus, Poseidon en Hades hebben hun eigen ouders omgebracht en zelf de macht in handen genomen. Maar om eeuwig te kunnen blijven voortbestaan, hebben ze volgelingen nodig. Daarom maakt Zeus mensen, zodat die hem en zijn broers kunnen liefhebben, waardoor zij hun positie kunnen blijven behouden.  Zeus zegt dat hij de mensen liefheeft, maar het is duidelijk dat hij met zijn liefde een bijbedoeling heeft. Als de mensen zijn liefde namelijk niet beantwoorden, hem niet danken voor zijn zegeningen, ontsteekt hij in woede. Dan straft hij ze gruwelijk (bijvoorbeeld door ze op hun huwelijksbed te schande te maken door zich voor te doen als de man en een buitenechtelijk kind te verwekken. Rare jongens die goden). Ze mogen niets anders dan hem liefhebben, vindt Zeus. De goden zijn namelijk afhankelijk van de liefde van de mensen. Broer Hades weet dat ook. Maar hij realiseert zich bovendien dat mensen de goden niet alleen dienen uit liefde, maar vooral uit angst!
Tegelijk zijn de mensen ook afhankelijk van de goden. Ze rekenen op Zeus' zegeningen. In ruil voor hun offers en gebeden hebben ze er in elk geval recht op dat hun leven moeiteloos verloopt, dat hun visvangst genoeg oplevert en dat ze uiteindelijk kunnen rentenieren. Als hun verwachtingen van de relatie niet worden vervuld, worden ze boos en gaan ze in verzet. "We kunnen het zelf wel. We verbreken de relatie." Een andere groep reageert uit angst: ze willen offers brengen aan God omdat ze anders gestraft zullen worden.
De goden en de mensen zijn gevangen in een vicieuze cirkel van afhankelijkheid. Ze noemen het wel liefde (Zeus schept er de hele tijd over op dat hij de mensen liefheeft), maar het is zeker geen onvoorwaardelijke liefde. Er zijn voorwaarden aan verbonden. Er zitten touwtjes aan vast. En zoals ik schrijf in mijn boek (Indrukwekkende Vrijheid, een aanrader!) is een relatie waarbij de partijen iets van elkaar nodig hebben, niet een relatie van liefde. In zo'n relatie is de zogenaamde geliefde namelijk niet vrij om zijn eigen keuzes te maken. Hij mag niet kiezen tegen de relatie. Zijn wil wordt door voorwaarden gebonden. Hij kan dus niet zichzelf zijn. Hij zal zichzelf verliezen in meegaande passiviteit of in verongelijkte rebellie. Maar van liefde is geen sprake. In dit verhaal gebruiken de goden manipulatie (geschenken en zegeningen waarvoor ze iets terug verwachten) en intimidatie (verwoesting en beschaming als de ander niet gehoorzaamt), om van de mens verering te krijgen. En de mens reageert met verzet, of met zielloze gehoorzaamheid, maar niet met oprechte liefde en verlangen.
Dit is totaal anders dan de God waar de bijbel over spreekt. Die verlangt naar een werkelijk vrije relatie met ons. Dat betekent dat Hij niets van ons nodig heeft. Hij is niet van ons afhankelijk. (Hier is de leer van de drie-eenheid belangrijk: de drie personen van de drie-eenheid delen al in een relatie van volmaakte, opofferende liefde. Ze nodigen de mens uit in iets dat al van eeuwigheid tot eeuwigheid bestaat. Een relatie die realiteit is onafhankelijk van de mens. Iets waaraan wij niet hebben bijgedragen en dat ook zonder ons zou blijven doorgaan. En waaraan we daardoor vrij kunnen deelnemen, waar we ons voor kunnen openstellen of kunnen afsluiten, juist omdat het niet van ons afhankelijk is). Gods liefde voor ons is zijn eigen vrije keuze, een geschenk waar geen touwtjes aan vastzitten, geen verborgen addertjes of kleine lettertjes in het contract. Zijn zegeningen dienen niet om iets van ons gedaan te krijgen, en hij doet niets om ons bang voor Hem te maken. En daardoor kunnen wij vrij voor God kiezen. We zijn vrij om God werkelijk lief te hebben. We hoeven hem niet lief te hebben omdat we anders zijn zegeningen zouden mislopen, en we hoeven geen ontzag voor hem te hebben omdat hij ons anders met zijn bliksem zal treffen. Omdat Gods liefde voor ons vrij is, is ook onze liefde voor God vrij. Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
Het verschil tussen de God van de bijbel en de goden uit de film blijkt ook in de ontknoping. Daarin zegt Zeus dat hij wilde dat de mensen hem zouden dienen, maar niet tegen de prijs van zijn eigen zoon (en in de film is dat voor Zeus een zelfopoffering!). De God van de bijbel wilde dat de mensen hem zouden liefhebben, en was bereid daarvoor de prijs van zijn eigen Zoon te betalen. In Jezus nam de drie-enige God zelf het initiatief. Uit eigen beweging bracht hij het grootste offer denkbaar om ons uit onze patronen van zelfzucht, afhankelijkheid en controle te verlossen. Hij stak zijn hand naar ons uit in een aanbod van een liefdesrelatie. En wij zijn vrij om te kiezen die uitgestoken hand aan te pakken en ons te laten liefhebben. Er zitten geen touwtjes aan vast.