woensdag 3 november 2010

Anders gaan doen 2 - Wat is het je waard?

Het is een ding om je te kunnen voorstellen dat je iets doet dat je nooit eerder gedaan hebt. Maar dan komt het daadwerkelijke uitvoeren van het nieuwe gedrag, en zelfs als je er een levendige voorstelling bij hebt, is de praktijk weerbarstig. Ik kan keer op keer een telefoongesprek naspelen in mijn gedachten, maar toch buikpijn hebben van de zenuwen als ik de hoorn op moet pakken. Dat komt doordat we patronen hebben gevormd, gewoontes hebben aangeleerd, gewend zijn geraakt aan bepaalde reacties. En onze hersenen reageren automatisch met schrik en angst als we uit die gebaande paden willen treden, als we uit onze ‘comfort zone’ willen komen. Dit is hoe we het altijd hebben gedaan, dit is hoe het nu ook altijd moet. Laat alles bij het oude blijven, zo roept ons brein. We weten niet wat er gebeurt als we ons anders gaan gedragen, we kunnen beter voor de veilige weg kiezen. Deze angst is een vorm van zelfbescherming. En die zelfbescherming moeten we opgeven. En dat kan alleen bij een heldere visie van de winst van het nieuwe gedrag.
Een vriend vroeg het me afgelopen zondag. Hij hield me voor dat ik zolang hij me kende de neiging heb om te piekeren, dat ik dingen zwaar opvat, en ‘te veel nadenk’. En als ik eerlijk ben heb ik die neiging al mijn hele leven. Toen ik negen was piekerde ik al op een christelijk zomerkamp over de vraag of ik mijn familie en vrienden in de hemel wel zou herkennen. Dat hield me toen heel erg bezig. En de neiging om over problemen te malen heb ik gehouden. Mijn vriend stelde dat ik waarschijnlijk moest accepteren dat ik deze neiging heb, dat ik waarschijnlijk de rest van mijn leven wel tot piekeren geneigd zou zijn, en dat het nemen van initiatief, en het uit mijn ‘comfortzone’ stappen zou blijven leiden tot slapeloosheid. De in mijn vroegste kinderjaren vastgelegde sporen zullen waarschijnlijk nooit wegslijten. En hij vroeg me: ‘Is het je dat waard?’

En dat is de kern. Wil ik kunnen telefoneren, als ik weet dat ik daarvoor nog dagen van uitstelgedrag, momenten van buikpijn en onrustige nachten moet doorstaan? Wil je spreken voor een groep, als je weet dat je voor je het podium op moet misselijk bent van de zenuwen? Te kiezen voor het nieuwe gedrag, in de zekere wetenschap van teleurstelling, pijn en angst, is een keuze van geloof: het geloof dat het volgen van je verlangen het waard is om je zelfbescherming op te geven. Je weet immers niet van te voren of je nieuwe gedrag je oplevert wat je verlangt. Het is veel makkelijker de weg te volgen van de minste weerstand, te doen wat je altijd hebt gedaan en tevreden te zijn met wat je nu hebt. Een ding weet je zeker, zei dezelfde vriend eerder: “Als je doet wat je altijd hebt gedaan, zul je krijgen wat je altijd hebt gekregen.”
Op dit gebied stelt de belofte van de opstanding met kracht dat het de moeite waard zal zijn. Het is de belofte dat door de Heer onze inspanningen nooit tevergeefs zullen zijn. Zelfs al krijgen we nu niet wat we verlangen, worden we teleurgesteld, lopen onze initiatieven op niets uit. Zelfs al sterven we letterlijk of figuurlijk duizend doden, het doen wat goed is, het handelen naar je verlangen naar schoonheid, liefde en waarheid, is het offer waard. Het is wat God voor ons bestemd heeft, en dus het beste dat er is. Dat maakt je als gelovige tot ‘meer dan overwinnaar’ (de term die Paulus in Romeinen 8 gebruikt) - je ziet je eigen beperkingen en kwetsbaarheid eerlijk onder ogen, zonder jezelf voor de gek te houden, maar je weet dat wat je verlangt het waard is ervoor te sterven. Daardoor kun je uiteindelijk die angsten (zelfs al blijven ze) naast je neer leggen en handelen met overtuiging.

En hoe vaker je uit de ‘comfort zone’ treedt, hoe vaker je de gebaande wegen verlaat, hoe makkelijker het nieuwe gedrag wordt. Je maakt als het ware nieuwe sporen. Als je een keer een moeilijk telefoontje hebt gepleegd, kun je een volgende keer makkelijker een mentale voorstelling maken dat je het nog een keer doet. Je weet nu immers dat je het kunt (ook al lag je er nachten van wakker). Je weet dat het in theorie mogelijk is. En dat is al winst. De volgende keer duurt het eerste stadium waarschijnlijk dus een stuk korter.
Tegelijk moet je niet verwachten dat de oude patronen in dit leven ooit helemaal verdwijnen. Dat is de realiteit van het leven in een gevallen wereld. Het herstel dat er nu voor ons klaarligt is significant, maar het is niet volledig. De patronen uit onze eerste kinderjaren blijven grotendeels intact. Andere sporen die later in het leven zijn gelegd kunnen misschien wat wegslijten, maar blijven meestal wel zichtbaar. En dus moeten we niet schrikken als we erin terugvallen. Als we opeens weer doen wat we altijd deden, als we weer bang zijn, of toch nog buikpijn hebben voor dat ene telefoontje. Ik heb uit informatie over de anonieme alcoholisten begrepen dat mensen daar nooit spreken over ‘genezen alcoholisten’. Ook al is men al dertig jaar sober, men noemt zichzelf een ‘recovering alcoholic’ - een herstellend alcoholist. Ook al houdt men het nieuwe gedrag al dertig jaar vol, men is zich bewust dat de neiging om te drinken onder de oppervlakte nog altijd aanwezig is. Dat is niet iets om je voor te schamen. Je hoeft je niet schuldig te voelen om een terugval. Het kan je er alleen aan herinneren waarom je ooit hebt gekozen voor het nieuwe gedragspatroon, wat de vreugde was die voor je lag, welke hoop je had. Je herinnert jezelf eraan waarom je wilde sterven aan je oude patroon: omdat het nieuwe leven veel meer waard is. En met helder zicht op je eigen zwakheid, feilbaarheid en kwetsbaarheid, kies je opnieuw om uit je comfortzone te stappen, en de nieuwe weg te volgen.

Dit is de weg van het geloof, en dit is de manier waarop we de ‘oude mens’ afleggen en de ‘nieuwe mens’ aantrekken. Het is hoe God ons verandert ‘van heerlijkheid tot heerlijkheid,’. Het is mijn ervaring dat God ons niet met een knip van zijn vingers, van het ene op het andere moment, totaal anders maakt. Hij laat ons het initiatief. Hij laat ons kiezen. Hij laat ons groeien. En het is niet belangrijk hoe ver ons herstel nu al reikt, hoe veel we veranderen. Er is geen meetlat. Voor sommige mensen is het de overwinning van hun leven als ze iemand anders recht in de ogen kunnen kijken, anderen bereiken misschien dat ze in een vergadering het woord durven voeren. Weer anderen groeien tot het punt waar ze in hun eentje een reis durven maken. Voor weer iemand anders zal het zeggen van ‘sorry’ al een betekenisvolle groei zijn. Wat we wel weten, is dat het volledige herstel ooit zal komen. Dat het nieuwe gedrag waar we ons nu naar uitstrekken, ooit voor ons echt natuurlijk zal zijn. Dat die oude patronen van angst ooit echt helemaal opgevuld zullen zijn, zodat we er nooit meer in zullen terugvallen. Dat de schoonheid, het avontuur en de intimiteit waar we nu voor strijden, onze hele realiteit zullen zijn. En dat vooruitzicht maakt dat elk stapje dat we nu zetten, elke verandering in die richting, hoe klein ook, betekenis heeft.

P.S. telefoneren gaat me nu een stuk makkelijker af dan zeg tien jaar geleden. Ik pak soms zelfs de telefoon als ik ook een mailtje kan sturen, alleen om te oefenen met telefoneren. Het zal waarschijnlijk niet een hobby van me worden, maar het laat zien dat verandering daadwerkelijk mogelijk is.